Vijftigduizend haren per vierkante centimeter

 

Foto: Sabrina Engels

Otters hebben een zeer dichte ondervacht en een langharige waterafstotende bovenvacht met dekharen om warm te blijven in het koude water. De otter heeft wel vijftigduizend haren per vierkante centimeter. Dat is ongeveer de helft van alle haren die een mens op zijn hoofd heeft. Waar zeehonden beschikken over een dikke vetlaag om warm te blijven, is dat de lucht in de vacht voor de otter. Aan de verzorging van de vacht wordt dan ook veel tijd besteed. Als de otter het water na het jagen verlaat, trekken spiertjes de haren in punten bijeen, waardoor het water snel van de vacht afdruipt (zie foto). Door het rollen over de grond wordt de vacht na het zwemmen weer gedroogd en van een nieuwe luchtlaag voorzien. Onder water zorgt deze luchtlaag in de vacht voor de nodige isolatie. Als de otter onder water zwemt, komen de luchtbelletjes door de waterdruk geleidelijk naar de oppervlakte. Als er geen sneeuw ligt, is deze ‘bellenbaan’ in strenge winters ook onder het ijs zichtbaar. Zo konden jagers vroeger de otters opsporen en doden. Er werd toen anders gedacht over roofdieren. De otter werd gezien als grote concurrent door beroepsvissers.

 

De vorm van de dek- en onderharen van de otter

De dekharen liggen als dakpannen, met hun brede vlag, over elkaar heen en houden de ondervacht droog. De onderharen vormen met

hun stekelige structuur een matrix waar tussen lucht vast gehouden wordt. Daarmee houdt de otter zich boven- en onderwater warm.

 

Met een elektronen microscoop zijn de bovenstaande foto's gemaakt van een geschoren vacht van een omgekomen otter. Links vergroting 50 x en rechts 200 x. De foto's laten zien dat beide typen haren in bundels op de vacht ingeplant zijn. In de matrix ruimte daartussen wordt de lucht vastgehouden.

Foto's: Pieter Couperus / Addy de Jongh